SV | En Jozef bracht zijn vader Jakob mede, en stelde hem voor Farao's aangezicht; en Jakob zegende Farao. |
WLC | וַיָּבֵ֤א יֹוסֵף֙ אֶת־יַֽעֲקֹ֣ב אָבִ֔יו וַיַּֽעֲמִדֵ֖הוּ לִפְנֵ֣י פַרְעֹ֑ה וַיְבָ֥רֶךְ יַעֲקֹ֖ב אֶת־פַּרְעֹֽה׃ |
Trans. | wayyāḇē’ ywōsēf ’eṯ-ya‘ăqōḇ ’āḇîw wayya‘ămiḏēhû lifənê farə‘ōh wayəḇāreḵə ya‘ăqōḇ ’eṯ-parə‘ōh: |
En Jozef bracht zijn vader Jakob mede, en stelde hem voor Farao's aangezicht; en Jakob zegende Farao.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Jozef bracht zijn vader Jakob mede, en stelde hem voor Farao's aangezicht; en Jakob zegende Farao.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!